Turrialba, centre agricole régional, où les planteurs de café locaux apportaient leurs récoltes au marché.  Avec l’essor du tourisme dans les années 1990, cette modeste bourgade fut bientôt connue pour donner accès à des descentes de rafting parmi les meilleures de la planète.  Dès notre arrivée dans le centre, nous trouvons immédiatement où loger – l’hotel Whittingham – bonne adresse pour les petits budgets. Dès nos bagages déposés, nous partons à la recherche d’une possibilité de réserver notre rafting mais vu l’heure avancée – 13h environ – les locaux nous disent qu’il sera impossible de nous éclater en raft aujourd’hui car il faut compter une journée entière pour tester l’une des meilleures rivières du pays – Rio Paquare – située au cœur de somptueux paysages, en observant la faune des forêts tropicales humides.

Nous nous apprêtons donc afin d’être prêts dès 8h pour passer une journée qui nous en mettra encore plein les yeux!  Nous montons à bord d’un raft en compagnie d’un moniteur canadien « à ses débuts » et d’une gentille famille costaricaine mais qui, malheureusement pour nous, n’avait aucune expérience et découvrait ce sport pour la première fois.  Durant l’expédition, tout nous semblait super et nous passions réellement un super moment mais, par la suite, Val s’est rendu compte que lorsque les damoiselles débutantes étaient tombées sur elle à plusieurs reprises, elles l’avaient fortement blessée au muscle de la jambe droite, ce qui m’a – durant 5 jours – contrainte à prendre des anti-inflammatoires et à être prudente afin de ne pas me blesser plus fortement …

En  route vers Puerto Jimenez, point de départ de notre trekking dans le Corcovado, Eddy est interpelé par un backpacker – Enea - qui lui demande quelle direction nous comptions prendre et, chance pour eux car il était accompagné de Liliane, ils vont également à Puerto Jimenez passer quelques nuits.  Nous partageons une bonne partie de notre aventure avec ce charmant couple d’italiens tout en nous dirigeant vers notre prochain logement quand nous prenons tous les 4 la décision de partir explorer ce parc tous ensemble et de passer une nuit « à l’aventure ». 

Une soirée tout simplement inoubliable de par sa simplicité et surtout les délicieux « gamberonis » qu’Eddy nous a préparés au barbecue accompagnés d’une délicieuse salade grecque et d’un bon vin chilien.  La nuit fut très courte car nous nous sommes levés à 4h du matin et à peine 2 heures de sommeil tellement le temps est passé vite la veille… mais très motivés tous les 4 pour ce trekking d’environ 20 kilomètres.

Nous espérions fortement que la douleur s’en irait rapidement car le trek approchait à grands pas, ce qui signifait une marche d’environ 8 heures qui débutait sur la plage pour se terminer dans la jungle luxuriante du Parc national Corcovado.  Avec un peu de préparation et une idée précise de ce qui nous intéressait, nous sommes parvenus sans souci à organiser un chouette trek dans le Corcovado ainsi qu’un camping sauvage sur la magnifique plage en bordure du parc.

Couverte de végétation luxuriante, la Peninsula de Osa a tous les atouts pour plaire aux aventuriers amateurs.  Nous n’avons pas eu une chance extraordinaire de rencontrer une grande faune mais la splendeur des paysages restera gravée à jamais dans nos mémoires … En un seul mot : WAOUW !!!  Ce trekking était magnifique…

C’est plus tard que prévu que nous prenons difficilement congé de nos nouveaux amis, Liliane et Enea mais nous tenons absolument à parcourir une centaine de kilomètres afin de nous rapprocher de la capitale puisque 3 jours plus tard, nous devons être à l’aéroport.  Ces trois derniers jours, nous avons la chance de les passer sur la côte pacifique afin de rejoindre San José car ces plages ne seront que pure merveille… tout en douceur vers le retour à la réalité.  Nous dormons à La Palma et déjeunons à Ojochal – petit village envahi de canadiens mais qui, malgré le nombre croissant de voyageurs, garde sa beauté et est une base idéale pour explorer, à proximité, le Parque Nacional Marino Ballena.  

Les deux derniers jours, nous passons par les plages Dominicalito, Manuel Antonio, Quepos, Hermosa (où nous avons eu la chance de devenir des cavaliers heureux durant deux belles heures), Jaco, Parrita pour terminer notre périple par une balade à Tarcoles – plage restée intacte et habitée par de pêcheurs locaux.

En résumé, un magnifique voyage qui restera dans nos mémoires de par la beauté de ses plages … de par l’extrême gentillesse de ses habitants et de par la devise de tous les costaricains … PURA VIDA !

Sinds de jaren ’90 is Turrialba, een stadje van circa 50000 inwoners en regionale draaischijf voor de Costaricaanse koffieplantages bekend geworden als vertrekpunt om de rio Paquare af varen. Deze staat in het wereldje van de rafters bekend als één van de mooiste en zwaarste om te trotserengaande van categorie 3 tot 6, het maximum. Wij houden het bij niveau 3 en 4 en zoeken een touroperator om de volgende dag het water af te schuimen.

Om 8 uur staan we klaar om de rivier op te gaan samen met onze  Canadese gids, die in Canada reeds enkele jaren deze sport beoefend maar die hier slechts een maand  geleden beginnen werken is. Samen met een sympatieke Costaricaanse familie beginnen we aan het avontuur. Al snel blijkt dat onze leuke gids wat lokale ervaring mist, hij loodst ons een paar keer tegen de rotswanden en valt zelf uit de rubberboot…De landschappen zijn prachtig en de tocht een fantastisch avontuur maar wanneer we de moeilijkste passages trotseren worden we flink door elkaar geschud en Val krijgt een paar keer iemand tegen haar dij in volle aktie. Later blijkt dat ze tamelijk fel geblesseerd is en kan moeilijk stappen…ontstekingsremmers worden bovengehaald want de laatste vijf dagen moeten we nog naar het schiereiland van Osa, waar het befaamde Corcovadopark op ons wacht…

Op weg naar Puerto Jimenez, uitvalsbasis voor onze ontdekking van het schiereiland gaan we wat proviant halen en voor de supermarket zit een koppel backpackers te wachten op een bus die misschien wel misschien niet zal komen… Het is rond de middag, heet en automatisch denk ik terug aan onze eerste week, ik zeg hello en de man vraagt of we naar Puerto Jimenez gaan. Ik bevestig en zeg meteen dat we ze kunnen meenemen indien we wat plaats maken in de auto.

Enea en Liliane zijn van Italiaanse afkomst en we sympatiseren snel, we besluiten de volgende twee dagen samen op te trekken en het park te verkennen.

We plannen een trektocht van 20km en gaan’s namiddags met de auto naar Carata, een mooie rit van 2  uur in de jungle, aan de andere kant van het schiereiland,eigenlijk al een avontuur op zich. Hier zullen we onze beide tenten opslaan om’s anderendaags bij het ochtendgloren te kunnen vertrekken. Maar eerst komen we nog een lokale visser tegen die ons een heel aanlokkelijk voorstel doet, hij kan ons verse jumbo-gambas bezorgen tegen een eerlijke prijs. We twijfelen niet en gaan nog wat extra boodschappen doen om ginds niets te kort te komen want ter plaatse is er bijna niets te verkrijgen.

Het wordt een onvergetelijke avond, superverse gamba’s op de bbq, een Griekse salade en een lekkere Chileense wijn… het is zo plezant dat we héél laat gaan slapen en slechts een paar uur kunnen rusten alvorens aan onze tocht te beginnen.

Moe maar vol moed vertrekken we om 6 uur in de ochtend, wanneer de meeste dieren op zoek gaan naar eten en wij de hitte nog het best kunnen verdragen. Opnieuw is de natuurpracht overal aanwezig, al zijn we ietwat teleurgesteld dat we slechts een paar dieren te zien krijgen. Val heeft het niet makkelijk met haar blessure maar kan de hele tocht toch doorgaan.

Dit natuurgebied wordt niet voor niets als één van de mooiste van het land beschouwd… oordeel zelf maar aan de hand van de foto’s…

Later dan gepland verlaten we het schiereiland, afscheid nemen van onze Italiaanse vrienden valt ons zwaar maar we beloven mekaar terug te zien.

We proberen zo veel mogelijk 's avonds vanaf 18u te rijden richting San José wanneer het reeds donker is om zo de laatste drie dagen volop te kunnen genieten van dit prachtige land.  De eerste nacht slapen we in La Palma, ontbijten we in Ojochal, een klein dorpje aan de kust waar tal van Canadezen zich gevestigd hebben en die zijn charme bewaard heeft, tevens een ideale plaats om het Parque Nacional Marino Ballena te bezoeken. Zo zullen we gedurende 3 dagen de centrale kust van de stille oceaan afschuimen en staan telkens opnieuw versteld van alle natuurpracht.

We paseren Dominicalito, Manuel Antonio, Quepos, Hermosa, waar we de opportuniteit hebben om een strandwandeling te paard te beleven,Jaco, Parrita en tenslotteTarcoles, waar we onze laatste nacht doorbrengen. 's Morgens profiteren we van ons laatste uurtje om een wandeling te maken langs het ongerepte strand bewoond door lokale vissers.

We trekken gezamelijk de conclusie dat dit land absoluut de moeite is om te bezoeken, door zijn natuurpracht, de vele mooie stranden en het nationale devies van Costa Rica, PURA VIDA!

The End

On quitte la Cordillera centrale en observant les singes perchés dans les arbres en direction de Guapiles, petite ville agricole qui est la plaque tournante du transport des bananes cultivées dans la région du Rio Frio.  Petite halte avant de se rendre au village de Tortuguero – situé au nord du parc, à la jonction entre la Laguna del Tortuguero et le canal de Tortuguero.  S’il fallait qualifier d’un seul mot ce parc côtier de 300km², terrain privilégié de reproduction des tortues vertes, « humide » serait un doux euphémisme.  Avec une pluviosité annuelle atteignant 6 000 mm dans la partie nord du parc, c’est l’une des régions les plus arrosées du pays.  La zone protégée s’étend en outre jusqu’à la mer des Caraïbes, couvrant environ 5 200km² d’habitat maritime. En d’autres termes, on a passé l’essentiel de notre temps sur l’eau...

Bâteau taxi qui nous a amené de La Pavona à Tortuguero pour ensuite faire une super balade en kayak pour admirer la faune et la flore.  Nous n’avons malheureusement pas eu la chance d’admirer la ponte des tortues vertes car cette espèce ne revient que de mi-juin à mi-septembre.

   
                                                                      Saut de l'arbre en el Rio Tortuguero

Nous décidons donc de passer deux nuits à Tortuguero car inaccessible par la route et un plaisir de se balader dans les ruelles vu qu’aucune voiture n’y circule… A notre grande surprise, après notre escapade sur le lac de Tortuguero, nous nous baladons et entendons étrangement un bruit de vagues … et oui, la mer des Caraïbes se trouve seulement à 150m des canaux et ce joli village se situe tout simplement en plein milieu de ces eaux entourées d’une végétation exceptionnelle.

En discutant le prix de notre 2^ème nuit à la cabinas Balcon del Mar située just’en face de la splendide côté caraïbéenne, nous faisons la connaissance d’Alejandro, jeune guide très sympa vivant depuis 8 ans sur l’île … Ce dernier nous fait découvrir la faune et la flore « by night » … très chouette car il nous fait découvrir plusieurs animaux chassant la nuit qu’il est très souvent difficile de voir la journée, nous vous laissons admirer ces quelques espèces dont nous avons eu la chance de croiser la route en pataugeant dans la gadoue :-) 

C’est vers 11h que nous reprenons le bateau-taxi en direction de la Pavona pour récupérer notre voiture afin de nous diriger vers Manzanillo, bourgade idyllique où les activités se partagent entre randonnée, snorkeling et kayak (dont nous avons profité une demi journée).

En commençant notre trek mi-jungle, mi-plages désertes, nous faisons la rencontre d’un couple russe qui faisait du camping sauvage depuis 5 jours et nous étions ravis de savoir que nous pouvions planter notre tente en bord de mer dans un cadre de « carte postale »… Jugez-en par vous-même !   Il faut avouer que ce sont les plus belles plages que nous avons vues depuis notre arrivée.  Avant de continuer notre voyage en direction de Turrialba, nous nous octroyons un super bon petit déjeuner, crêpes au miel et fruits frais à volonté.

We verlaten de ‘’Cordillera Central’’ richting Guapiles, een klein stadje dat zijn bestaan vooral te danken heeft aan de bananenplantages die in deze regio het meerendeel van het landschap uitmaken. Een kleine stop vooraleer we ons richting Tortuguero begeven. Dit kleine dorp bevindt zich in het Noordelijk deel van het gelijknamige nationaal park. Het is omgeven door deTotuguero-lagune en het Tortuguerokanaal.

Het Noordelijk deel van dit natuurgebied ,circa 300km² wordt jaarlijks voorzien van zo’n 6000 mm regen per jaar, waardoor het tot de meest vochtige van het land behoord. Dit is het geliefkoost terein voor de enorme groene schilpad die meermaals per jaar tussen juni en september haar eieren op het strand komt ingraven. Het volledig beschermde watergebied is 5000 Km² groot, en het is duidelijk dat we het meerendeel van onze tijd op het water zullen doorbrengen.  Tortuguero is enkel te bereiken via het water en in La Pavone nemen we een boottaxi voor een tocht van anderhalf uur doorheen de jungle. We planne twee nachten in het rustige dorp waar geen enkel gemotoriseerd voertuig te bespeuren valt, zalig…

Tijdens onze verkenningstocht van het dorp horen we de bruisende golven van de Caraibische zee, tot onze verwondering is de afstand tussen zee en lagune slechts een goeie 150 meter, rijkelijk begroeid en bewoond door talloze vogels die ons bekoren met hun gezang.

We willen onze tweede nacht vlak voor de mooie kust doorbrengen en maken kennis met Alejandro, een sympatieke locale gids die reeds acht jaar ter plaatse woont. Hij stelt ons voor een avondwandeling te maken om dieren en insekten beter te kunnen observeren omdat ze‘s nachts op pad zijn om zich van voedsel te voorzien.

De volgende dag huren we een kano om rustig de ganse dag op het water te dobberen en te genieten van fauna en flora.

Omstreeks 11u verlaten we dit kleine paradijsje om opnieuw via de RioTortuguero naar La pavone te varen om er onze auto op te halen. Daarna gaat het richting Manzanillo, een idylisch plaatsje aan de Caraibische kust waar een jungletrek en snorkelen op ons agenda staan. Onze wandeltocht begint aan het hoofdstrand waar we in contact komen met een Russisch koppel dat reeds 5 dagen hun tentje had opgeslagen op het strand zonder enig probleem te ondervinden.

We volgen hun voorbeeld en de twee volgende nachten slapen we op een strand dat bijna alleen voor ons is. Daarna de jungle in en we komen terug via stranden waar we haast geen woorden voor hebben, dit is zo mooi en onaangetast dat we maar blijven foto’s nemen om het in ons geheugen te kunnen vastleggen.  

Alvorens onze reis verder te zetten nemen we een lekker ontbijt, pancakes met heerlijke honing en een gans bord vol vers fruit, PURA VIDA… 

Notre prochaine destination était Santa Elena, ainsi que le parc national Monteverde.  Tous deux des réserves naturelles les plus visitées du pays qui se situent environ au centre du Costa Rica, influencé par les océans Atlantique et Pacifique. Le climat est très humide et relativement chaud.  Les nuages sont continuellement de passage, ce qui rend le climat relativement humide et crée une énorme diversité de faune et de flore.  Tout est très vert et chaque plante cherche à se créé un chemin afin de se retrouver face au soleil… Absolument magnifique.

Nous programmons donc une activité dont nous avions longuement parlé à nos amis avant notre depart… le canopy-ride (souvent appelé dead-ride).  Le principe est de se laisser glisser d’un cable à l’autre en partance d’une plate-forme tout en admirant la splendide canopée.  La vitesse de « croisière » dépend toujours de la position pour laquelle vous optez … au plus vos jambes sont relevées, au plus vite vous glisserez :-) Je vous laisse deviner la position pour laquelle j’ai optée !  Certains cables se situaient à une hauteur de 800m de haut, une vue incroyable s’offrait à nous… Une expérience que nous ne regrettons absolument pas d’avoir vécue.

Durant cette activité, nous étions supposés voir le Quetzal, un oiseau très coloré qui immigre seulement dans certains pays de l’Amérique centrale, oiseau légendaire il se raréfie à mesure que ses forêts natales sont abattuesà un rythme alarmant.  Nous décidons donc d’être super attentifs et de partir à la recherche de ce « fameux » Quetzal.  Les environs étaient vraiment très beaux mais cet oiseau se laisse malheureusement très peu entre-apercevoir à moins que vous ne fassiez preuve de beaucoup de patience et surtout d’une attention particulière.  Un peu déçus du résultat, nous reprenons le 4X4 pour notre prochaine destination, El Castillo, petit village situé en bordure du lac Arenal avec une vue imprenable sur le bien connu volcan Arenal qui, jusqu’à il y a environ  2 ans, faisait partie des 10 volcans les plus actifs au monde.  Croyez-le ou pas mais nous sommes à peine partis depuis dix minutes que nous constatons qu’un arbre venait tout juste de tomber il y a à pein quelques heures sur la route et nous y prêtons attention quand soudain nous aperçevons deux magnifiques Quetzal qui posaient là tout simplement pour nous ! PURA VIDA ! Quand nous avions entendu que de nombreux locaux n’avaient jamais eu la chance de le voir mis à part à la télévision, nous nous sommes tout de même dit que nous avons toujours une chance incroyable durant nos voyages :-)

Nous continuons donc notre route qui entoure complètement le lac Arenal et profitons du coucher de soleil pour prendre de belles photos dans une nature luxuriante.  Nous prenons tout notre temps et nous dirigeons tout doucement vers le village d’El Castillo quand il commence à faire nuit.  Nous pensions tout d’abord camper en bordure de lac mais vu qu’il fait très sombre, nous ne trouvons pas le lieu idéal pour poser notre tente. 

Nous commençons donc nos recherches afin de trouver une petite « cabinas » pour y passer une nuit tranquille.  Nous trouvons « cabinas Orchidias » qui n’est pas très bon marché (40$) mais on n’est pas perdant du tout dans l’histoire… Les adorables propriétaires nous font le tour du propriétaire et nous montre la magnifique vue dans la canopée et nous font visiter la « cabinas » qui a été entièrement construite pas le propriétaire qui bosse dans la construction et qui a deux mains en or. 

Par la suite, ils nous annoncent également que nous avons accès à la piscine à débordement et au jaccuzi d’un hotel luxueux où nous avons pu profiter d’une vue exceptionnelle sur les lac et volcan POAS.  En soirée, nous décidons d’aller repérer les lieux et nous nous sommes fait une joie de profiter de ce petit coin de paradis à ciel ouvert, rien que pour nous deux …

Nous sommes environ à la moitié de notre voyage et décidons de retourner profiter durant quelques heures de la piscine et surtout du beau paysage pour recharger nos batteries.

A Santa Helena, nous avions fait la connaissance d’une charmante “backpackeuse”, une belge qui a décidé de partir découvrir l’Amérique centrale durant 9 mois.  Elle nous a donc conseillé une excellente adresse en direction des Caraïbes.  Elle avait passé deux jours au Cano Negro avec des amis et en avait gardé un super souvenir.  La rivière Cano Negro se jette dans le Delta et forme plein de petits canaux où d’inombrables oiseaux viennent nicher et où les Caïmans, les iguanes et encore plein d’autres sortes y vivent une vie plus que paisible.

Ce n’était pas vraiment sur notre chemin mais il ne lui a pas fallu très longtemps pour nous convaincre de faire un petit détour pour passer un moment agréable pour contempler cette belle rivière tôt le matin avec le propriétaire du camping (et cabinas) Poponjoche qui avait son propre petit bateau.

Nous arrivons donc dans un très beau et grand jardin accueillis dans un concert de chants d’oiseaux et plaçons notre tente.  Le propriétaire passionné par sa région et sa famille revenaient d’une balade à bateau durant laquelle ils ont pêché un « Gaspar », poisson préhistorique qui évolue depuis des millions d’années qui est mi-poisson mi-crocodile.  Ils sont bien entendu super fiers que le Gaspar ne se trouve que dans leur région.  C’est un animal protégé qui ne peut être pêché que durant 3 mois l’année à certaines heures seulement.  Le hasard fait qu’ils en ont pêché un hier soir et qu’ils nous proposent de le goûter au petit déjeuner après notre balade en bateau… Claro que si !  Sa charmante épouse nous apporte une petite assiette avec un Gaspar très goûteux qui selon nous, avait la texture et le goût de poisson et de poulet … Excellent !

La nuit suivante, nous nous réveillons vers 6h et avons le plaisir d’entendre ces centaines de chants d’oiseau au réveil dont nous profitions durant 2 bonnes heures avant de reprendre la route pour la suite de notre périple.

Onze volgende bestemming is Santa Elena, en Parque Nacional Monteverde.  Beide natuurreservaten behoren tot de meest bezochte van het land en bevinden zich ongeveer in het midden van Costa Rica, beinvloed door beide oceanen. Het klimaat is er zeer vochtig en gematigd warm. De wolken blijven hier meestal gewoon hangen en voorzien de planten continu van vocht met als resultaat een enorme diversiteit aan fauna en flora. Alles is er zeer groen en elke plant probeert zich een weg te banen naar het schaarse zonlicht.

Mangeur de fourmis/Miereneter

We plannen hier tevens een activiteit waar we al geruime tijd naar uitkijken, canopy-ride.

Het princiepe bestaat er uit het zich laten glijden over stalen kabels die van het ene platform naar het andere gespannen zijn boven het woud. Gaande van een honderdtal meter hoog en bijna 800 meter lang. De snelheid bepaal je eigelijk zelf door een bepaalde positive in te nemen tijdens je rit. In het begin zijn we wat voorzichtig maar nadien laten we ons helemaal gaan en de sensaties zijn navenant, de uitzichten fenomenaal.

Na een goede nachtrust trekken we het woud zelf in op zoek naar de legendarische Quetzal, een kleurrijke vogel die enkel in een paar landen van centraal Amerika voorkomt en, met uitsterven bedreigd en zeer zeldzaam is. De omgeving is prachtig maar de vogel laat zich jammer genoeg niet zien ondanks onze verrekijker en veel geduld. Een beetje teleurgesteld vertrekken we naar de volgende bestemming, El Castillo, aan het mooie Arenalmeer met de gelijkgenaamde vulkaan die tot een tweetal jaar geleden tot de tien meest actieve ter wereld behoorde. Geloof het of niet maar we zijn nog geen tien minuten vertrokken en moeten wat uitwijken voor een boom die onlangs dwars over de weg gevallen was en wat zien we op nog geen twee meter van ons verwijderd? Inderdaad, twee prachtige Quetzals die daar gewoon voor ons staan te poseren!  PURA VIDA!

We rijden helemaal rond het meer en profiteren van de zonsondergang om een aantal mooie foto’s te nemen van de prachtige omgeving. We nemen onze tijd en komen daardoor in El Castillo aan terwijl het donker wordt. We dachten aan het meer te camperen maar het is bijna donker en vinden het ideale plekje niet. Noodgedwongen moeten we op zoek naar een pension om de nacht door te brengen en het lot brengt ons bij cabinas orchidias. De prijs is niet echt goedkoop ( 40$) maar we krijgen waar voor ons geld. De eigenaars zijn supervriendelijk en onsze studio is mooi ingericht. Daarbij komt nog dat de eigenaar goed bevriend is met een luxehotel wat verderop en mogen we gratis gedurende de avond en de volgende ochtend genieten van de infrastructuur en het unieke zicht op de vulkaan.

s’Avonds gaan we op verkenning en hebben toegang tot een waar paradijsje, zwembad om van te smullen en jacuzzi in open lucht, enkel voor ons tweetjes…

We zitten ongeveer in het midden van onze reis en de volgende ochtend genieten we van zon, zicht en zwembad om onze baterijen wat op te laden.

In Santa Helena hadden we Fabienne, een Belgische die negen maand op reis is in central Amerika leren kennen.  Zij wist ons een goed adres te bezogen voor onze trip richting de Caraiben. Ze was in Cano Negro geweest en had de omgeving had een onuitwisbare indruk op haar gelatin. De rivier Cano Negro mondt daar uit in een soort delta met talloze kanaaltjes waar allerhande volgels komen broeden en waar kaaimannen iguana’s en vele andere soorten een vredevol bestaan kennen.

Het lag niet echt op onze route maar ze heeft niet lang nodig gehad om ons te overtuigen om samen met de eigenaar, tevens locale leraar van de basisschool, een ochtenduitstap te maken met diens boot. We komen aan in de mooi verzogde tuin waar we op een waar fluitconcert onthaald worden en zetten onze tent op.

De zeer aimabele man en zijn familie zij net terug van een vistocht en de man etaleert meteen zijn passie voor zijn geboortestreek. Eén item komt steeds weer terug, de gaspar, een prehistorische vis die reeds miljoenen jaren nauwelijks geevolueerd is en verwant is met de kaaiman. Ze zijn hier allen zeer trots op het feit dat enkel hier deze gaspar voorkomt. Het is een beschermd dier en mag enkel op bepaalde tijstippen gevangen worden. Toeval wil dat hij er gisteren net ééntje gevangen heeft en hij vraagt ons of we geinteresseerd zijn om er van te proeven….Claro que si! Zijn vrouw brengt ons elk een bordje met een zeer smakelijke vis die qua textuur en smaak tussen een vaste vis en kip blijkt te zijn. Heerlijk !

Après quelques bonnes heures de sommeil, nous reprenons la route vers 6h30 du matin pour tenter de trouver un bus car, au Costa Rica, tout dépend des chauffeurs … s’ils décident de ne pas rouler et bien tant pis pour les voyageurs, il ne nous reste donc plus qu’à nous débrouiller pour parvenir à l’aéroport de Tambor … Après 3h de stop infructueux, nous décidons d’arrêter un taxi pour nous aider à ne pas rater notre vol qui ne durera que 20 minutes… Là, à nouveau quelques heures d’attente mais vu les nombreuses « attractions bestiales » qui nous entourent, nous profitons de ce petit moment de repos pour nous ressourcer.

A notre grande surprise, nous parvenons à peine à nous faufiler entre les 14 sièges du Cesna, la sensation fut très étrange car nous avions à peine la place pour nous asseoir mais waouw … quelle vue splendide nous attendait durant ce court temps de vol !

A notre arrivée à Nosara, la priorité n°1 est de trouver un logement mais là, à nouveau même topo et à nouveau bloqués après une bonne demi heure de marche avec nos sacs à dos car aucun bus ne passe et vu que le stop n’est pas très prisé au Costa Rica, nous devons trouver un plan B.  Val aperçoit un couple qui semble être « touristes » mais tel n’est pas le cas … deux américains qui vivent à Nosara depuis 2 ans et qui décident de nous aider… Enfin, la chance nous sourit … car ces derniers décident de nous amener jusqu’à un lodge très bien entretenu par des italiens « Lodge Passe Partu » … Un vrai bonheur de découvrir ce petit coin de paradis et cette chambre tout confort après 3 nuits en tente où la chaleur fut très intense, un prix quelque peu élevé (40$ la nuit) mais un bonheur de trouver de la clim et un bon matelas :-)

Les belles plages à proximité du village de Nosara sont bordées par une ceinture luxuriante de verdure où abondent oiseaux et divers représentants de la faune locale.  Plusieurs centaines d’étrangers (surtout des Nord-américains) vivent en permanence à Nosara, et la plupart ont à cœur la protection de la forêt tropicale. La région de Nosara a ceci d’exceptionnel que l’on voit parfois des perroquets, des toucans, des tatous et des singes à quelques mètres de la plage.  On dénombre 3 places à Nosara : Playa Nosara plus fréquentée par les pêcheurs, Playa Pelada, petite plage en forme de croissant de luneet Playa Guiones, considérée comme meilleur spot de surf au centre de la péninsule.

C’est durant les 2 jours de tranquillité chez Mario & Monica que nous réfléchissons sur la suite du voyage à adopter… effectivement nous perdons trop de temps avec les transports en commun et le stop et avons peur de rater une bonne partie des lieux paradisiaques que nous avions envisagé de voir.  On se rabat sur internet afin de louer une voiture. 

Vu l’état des routes, nous n’avons d’autre choix que d’opter pour un 4X4 !  C’est cher … certes … ce n’est pas budgétisé ... certes mais nous n’avons pas d’autre option.  Nous avons la grande chance de pouvoir en louer une sur place et de la déposer à la fin de notre voyage à l’aéroport de San José.  Avec ce petit bijou, nous pouvons enfin remonter la côté comme initialement prévu sur ces routes inaccessibles par bus ou en voiture.

Afin de compenser le trou budgétaire, nous décidons de camper plus souvent J Nous trouvons un endroit sympa mais rudimentaire en bord de mer à la Playa Junquillal et jouissons des joies du camping… Pour commencer en beauté, BBQ avec un bon vin rouge suivis d’un 421 font partie de notre soirée en pleine nature … notre réveil au son du coq, petit déjeuner au lever du soleil … que demander de plus !

Vers 8h, nous prenons la route pour Tamarindo – plage la plus développée de la péninsule - afin de retirer du cash mais à notre grande stupéfaction, nos cartes sont refusées.  Fort heureusement, Eddy a sa Mastercard mais vu la location du 4X4, le montant est fortement réduit et étant donné que nous sommes la veille du weekend, nous réduisons fortement nos dépenses vu que nous devons contacter nos banques respectives afin qu’ils nous donnent accès de l’étranger, ce qui ne sera pas chose simple avec ING !  Nous gardons cependant la positive attitude et profitons pleinement de la beauté de la côte pacifique de la péninsule où le surf est l’activité numero 1.

Na een korte nachtrust, staan we vroeg op om de eerste bus te nemen richting Tambor airport waar we een klein vliegtuig zullen nemen richting Nosara.  Ongezien het de eerste januari is heeft de lokale busbestuurder beslist om verlof te nemen L  Daar staan we weer!  De hitte begint zwaar te worden want om 8 uur ‘s morgens is het al 30° C.  We proberen opnieuw autostop maar te weinig wagens gaan blijkbaar naar Tambor en we zien ons verplicht een taxi te nemen om op tijd op de kleine luchthaven te raken.

We komen 3uur te vroeg aan maar profiteren van de lokale fauna en flora om de tijd op een aangename manier door te brengen.  De Cesna beschikt over 14 krappe plaatsen en met veel moeite, raken we op onze plaatsen juist achter de cockpit.  De 20 minuten durende vlucht loont de moeite en het zicht is adembenemend.

Bij onze aankomst in Nosara, moeten we opnieuw 5km stappen richting strand met pak en zak in de zinderende hitte.  Na een aantal vruchteloze pogingen, vallen we eindelijk op een Amerikaans koppel dat reeds 2 jaar in Nosara verblijft en zijn bereid ons te helpen door ons naar een kleine lodge te brengen dewelke ze ons aanraden.  Passe Partu lodge wordt gerund door een Italiaans koppel en is een klein paradijsje.  De prijs is wel hoger maar we zijn blij te kunnen genieten van een goed bed in een kalme en frisse omgeving.

De mooie stranden rond Nosara worden geflankeerd door een rijke gordel van fauna en flora.  Honderden Amerikanen hebben deze plek uitgekozen  om er permanent te leven en de meesten dragen de natuur in hun hart.  In dit gebied kan men makelijk vele dieren spotten zoals papagaaien, toucans en verschillende soorten apen op een paar meter van het strand.

Nosara telt 3 stranden: Playa Nosara waar men nog enkele vissers wonen, Playa Pelada, kleiner strand in de vorm van een croissant en Playa Guiones, de grootste die beschouwd wordt als de beste surfspot in het midden van het schiereiland.

Het is in deze rustige en prachtige omgeving dat we nadenken over de toekomst van onze reis.  Zo kan het niet verder, we verliezen te veel tijd en riskeren een aantal mooie plekken mis te lopen dewelke we gepland hadden.  Op het internet zoeken we een huurauto en aangezien de staat van de wegen, opteren we voor een 4X4!  Het is weliswaar duur en ons budget krijgt een fameuze klop van de hamer maar we hebben geen andere keuze.  We hebben de mogelijkheid om een Huyndai Tucson ter plaatse te kunnen huren en hem terug te brengen op het einde van onze reis op de luchthaven van San José.  Met dit kleine monster, kunnen we eindelijk de kust verkennen zoals initieel gepland op deze onherbergzame wegen voor bussen en gewone auto’s.

Om onze budget in evenwicht te houden, beslissen we om wat meer te kamperen dan voorzien :-) Het is in Playa Junquillal dat wij een kleine rudimentaire camping vinden met een prachtig zicht op de stille oceaan.  We sluiten de dag af met een heerlijke BBQ en een lekkere fles rode wijn … ‘s Morgens, vroeg uit de veren met als natuurlijke wekker de lokale haan.

Om 8 uur vertrekken we naar Tamarindo – de meest ontwikkelde badplaats van gans het schiereiland -  om geld uit de muur te halen maar tot onze grote verbazing, worden onze bankkaarten geweigerd.  Gelukkig bezitten we een Mastercard maar door de huur van onze 4X4, wordt onze budgetaire marge sterk gelimiteerd.  Op de vooravond van het weekend, beseffen we dat we pas maandag een oplossing kunnen vinden voor ons probeem en zijn we genoodzaakt om het te stellen met een paar dollars per dag.

We laten het niet aan ons hart komen en genieten van all het mooie dat ons omringd met name de vele surfers die ons een prachtig spectakel aanbieden.

C’est en route vers la playa Conchal que nous décidons de passer la nuit dans un camping plutôt « chic » que nous avons aperçu sur la route car le Lonely Planet nous avait annoncé la possibilité de camper gratuitement mais tel n’était pas le cas … ou en tous les cas nous n’avons pas trouvé ce lieu et nous sommes donc retournés au seul camping que nous avions rencontré durant notre trajet qui restait cependant très raisonnable sur le plan qualité/prix (20$/nuit). Il faut avouer que ce camping était très bien entretenu par un couple de costaricains et que tout y était pour nous plaire… Grand jardin, barbecue et table à disposition, piscine joliment aménagée… rien que pour nous vu que nous étions les seuls campeurs ce soir-là, une soirée très réussie malgré le fait que le lendemain matin, au moment de préparer notre petit déjeuner, nous nous rendons compte que notre pain avait disparu !  Et oui, des animaux affamés étaient passés par là pour se nourrir et vider les restants de notre poubelle :-)

Après avoir rassemblé nos affaires, nous partons donc découvrir la fabuleuse « playa Conchal » réputée comme étant l’une des plus belles du Costa Rica et il faut avouer que nous avons été époustouflés par la splendeur de cette plage… mais nous vous en laisserons juger par vous-même.  Nous y passons une superbe journée farniente et contemplons les singes ainsi que les énormes vagues en bordure de plage.  Etant donné que nous n’avions absolument aucune envie de quitter ce magnifique endroit, nous décidons de passer une nuit supplémentaire dans les environs et optons pour un camping situé en bordure de mer … pas super bien entretenu et sanitaires assez rudimentaires mais le plus important pour nous était de rester le plus proche de cette plage pour admirer le coucher de soleil…

Pas déçus d’être lundi matin car nous savions que notre accès à Maestro serait résolu, dès notre petit déjeuner terminé et quelques nouvelles postées sur notre blog nous prenons donc la route pour Liberia, capitale de Guanacaste, cette ville constituant le camp de base pour l’exploration des volcans, parcs nationaux et plages voisines.  Après avoir réglé nos soucis majeurs :-) il était déjà 16h30 et nous décidons donc de rester une nuit à Liberia avant de nous diriger dès la 1^ère heure le lendemain matin pour faire un trekking afin d’admirer les environs du volcan Tenerio. 

Dès notre arrivée à Tenerio et un accueil des autochtones plus que chaleureux, nous avons eu la chance d’être invités à l’anniversaire d’un des guides – Alexander -  qui de plus parlait très bien le français !  Nous avons passé une très chouette soirée, zakouskis et apéro offerts suivi d’un bon cassado pollo pour terminer par un chouette discours avant d’attaquer le dessert… Il s’en est suivi une super ambiance latino américaine et Val a été invitée à tour de rôle par les costaricains qui l’ont félicitée pour sa capacité de danser latino…  Et oui, quelques années de salsa et de merengue dans sa jeunesse ne se perdent pas… Quant à Eddy, il fut invité une seule fois par une costaricaine mais ne s’est pas senti à l’aise du tout vu qu’il n’a pas la danse dans la peau et s’amusait plus à filmer Val et à prendre des photos afin de paraître « occupé » le but étant de ne plus être sollicité du tout :-)

Malgré l’excellente ambiance qui régnait durant la soirée en l’honneur d’Alexander, nous nous décidons à rejoindre notre tente située dans les hauteurs et où un vent assez fort soufflait…  car le lendemain il nous fallait nous lever relativement tôt pour un trekking de 3 heures auquel nous aspirions fortement ! 

Problème majeur lorsque nous nous apprêtons, Val se rend compte qu’on lui avait soit dérobé ses chaussures de trekking qui pendaient à son sac soit qu’elles étaient malencontreusement tombées … Fort heureusement, une solution s’offre à nous … de belles bottes au prix de 2$ la location ! 

Une nature luxuriante était au rendez-vous… Après environ 2km à travers la forêt, nous prenons un escalier raide et glissant qui mène à la Catarata de Rio Celeste, une cascade d’un bleu laiteux qui dévale les rochers d’une hauteur de 30m pour remplir un bassin d’une couleur incroyable.  Nous remontons ensuite jusqu’à la piste et on a continué jusqu’au Pozo Azul (lagon bleu),  qui nous permet de rejoindre la confluence des deux cours d’eau baptisée Los Tenidores (les Teinturiers).  A cet endroit, les petites rivières – l’une bleuâtre, l’autre brune – forment, en se mêlant, les variations de couleurs inhabituelles du Rio Celeste…

En fin de parcours « aller », une chouette surprise nous attendait, des sources d’eau chaude, un pur bonheur pour relaxer nos muscles!

Op weg naar playa Conchal, besluiten we om de nacht door te brengen in een eerder « chique » camping, dat we onderweg hadden gezien.  Volgens de Lonely Planet, konden we in de omgeving gratis camperen bij het strand maar ofwel was de info totaal verkeerd ofwel hebben wij hem gewoon niet gevonden.  Deze camping is voorzien van alle comfort met zwembad, modern sanitair, prachtige tuin, bbq en last but not least we zijn er de enige campeerders.  We genieten van de omgeving en gaan alweer vroeg slapen.  Onze nachtrust werd echter gestoord door een buur die het nodig vond om reeds om 5uur ‘s morgens vollenbak latino muziek te delen met de buren.

We staan wat vroeger op dan gepland en willen een lekker ontbijt nuttigen maar stellen vast dat een uitgehongerd dier ons brood tijdens de nacht komen pikken is.

Dan maar zonder ontbijt, richting het fameuze “playa Conchal” die de reputatie heeft om één van de mooiste stranden van Costa Rica te zijn.  Bij onze aankomst, zien we inderdaad de schoonheid van deze baai.  Oordeel zelf maar…  We nemen een dagje rust op deze plek, op een paar meter verder een familieapen door de bomen slingerd en genieten van de enorme golfslag van het water om ons te laten meeslepen door het water.

Aangezien we absoluut geen zin hadden om deze plek te verlaten, blijven we een nachtje langer in een camping vlakbij het strand… geen luxe maar de site alleen al is prachtig genoeg.

Eindelijk maandag, ons “cashprobleem” kan opgelost worden door verder te reizen naar Liberia waar we een internationale bank kunnen vinden die ons uit de nood helpt.  Van hieruit trekken we dan verder naar centraal Costa Rica, waar we de regio van Monteverde zullen bezoeken.  Onze eerste halte is het nationaal park Tenerio waar we een trek ondernemen van 7km in het regenwoud met als voornaamste attractie, de rivier Celeste.

Bij onze aankomst op één kilometer van het park, vinden we een kleine typische taverne met annex camping.  De zoon van de sympatieke uitbaatster, tevens lokale gids – Alexander - die goed frans praat, nodigt ons uit om samen met zijn familie en vrienden zijn 37ste verjaardag te vieren… Een aperitiefje en wat lekkers wordt ons spontaan aangeboden en na ons avondmaal barst het feest los.  De latino muziek en de daarmee gepaard gaande ambiance zorgt er voor dat Valérie ten dans gevraagd wordt door de jarige en zijn vrienden van het park.  Ze heeft veel succes want heeft vroeger nog latino gedanst en is er blijkbaar nog goed in ook.  Ik kan spijtig genoeg niet onstnappen aan een invitatie van een lokale vriendin van de jarige maar … ik heb mij heel zelden zo onnozel gevoeld omdat ik helemaal niet kon volgen.  Na die ene poging hadden ze het door en hebben ze mij gerust gelaten :-)

Ondanks de heel goeie atmosfeer, gaan we tamelijk vroeg ons tentje in om morgen in volle vorm te zijn voor de trek. 

Juist voor ons vertrek, merken we dat Valérie haar treksschoenen verdwenen zijn… De enige optie is het huren van een paar caoutchouc botten om de modderige paden te kunnen trotseren. De weelderige natuur is een streling voor het oog… Halfweg zien we de 30m hoge waterval, waarvan de schoonheid moeilijk te beschrijven wordt.  De kleur van het water is zo intens dat ter plaatse verteld wordt dat god na het schilderen van de wereld hier zijn penselen is komen uitwassen.

Wat hogerop zien we de Pozo Azul (blauwe lagune), die ons wat verder tot de samenloop van Los Tenidores brengt waar twee riviertjes samenkomen met een totaal andere kleur.

Op het einde van de tocht komen we aan bij een warmwaterbron die in de ijskoude rivier vloeit.  We kunnen niet weerstaan aan de drang om hier een lekker (verboden) bad te nemen.

Dès notre retour à la « cabinas » vers 11h30 grâce à ces mêmes américains qui ont recroisé notre route sur le chemin du retour, nous nous dirigeons vers Alajuela en STOP et avons la chance d’être pris à plusieurs reprises à la suite. Nous parcourons une centaine de kilomètres avec 5 véhicules différents, tous très sympas, ce qui nous permet d’arriver au bus en direction de Puntarenas assez tôt pour attraper le ferry de 17h. 

L’ambiance était absolument incroyable sur le Ferry … danse & musique latino, cervesas à gogo … et des costaricains déjà en préparation du nouvel an le 28 décembre J  Dès notre arrivée à Paquare, nous courons pour attraper le bus pour Montezuma où nous planifions de passer le nouvel an et de nous reposer 2 nuits pour être en grande forme le jour J.  Malheureusement, tel n’est pas le cas et 2 nuits blanches de suite nous assomment et nous décidâmes de reprendre la route vers Santa Teresa afin de trouver une « cabinas » plus calme pour y passer la nuit après la fête du nouvel an. 

Nous arrivons en début d’après-midi à Santa Teresa en quête d’un endroit pour dormir mais la chance ne nous sourit pas car tout est COMPLET !  Exténués de fatigue, nous décidons donc de tester le camping sauvage et nous trouvons un endroit idyllique face à la mer et bien éloigné du centre où la fête se préparait de bon train… Tout ce dont à quoi nous aspirions était quelques heures de sommeil réparateur … En consultant notre « Guide du Routard », nous nous rendons vite compte qu’il sera quasi impossible de traverser la côte en stop ou même en bus et décidons donc de réserver un petit vol local jusqu’à Nosara qui est prévu le lendemain à 14h50 …

Après un excellent petit resto en amoureux où nous nous sommes régalés et un vin succulent, nous nous dirigeons directement vers notre tente car l’épuisement a pris le dessus et Val tombait quasiment le nez dans son assiette… Et oui, on n’a plus 20 ans!

We keren ditmaal makkelijk terug naar Alajuela door te liften en we besluiten om door te gaan tot Puntarenas waar een ferry ons naar het schiereiland Nicoya zal brengen. Het liften valt zeer goed mee en we overbruggen zo’n 100km met een vijftal wagens.

De ferry vertrekt om 17u en er is al volle ambiance, de Costaricanen blijken echte feestvierders en beginnen met het eindejaarsfeest al een paar dagen op voorhand!

Na een uurtje komen we aan en stappen meteen op de bus naar Montezuma, een klein badplaatje waar we oudejaarsnacht wille doorbrengen maar eerst een tweetal dagen willen uitrusten.

Niets is minder waar want het dorp is één en al feest, we zitten op deze prachtige locatie, een exotisch strand in onze tent midden een bende losgelaten feestvarkens. Na twee woelige nachten houden we het voor bekeken en trekken wat verder om oudejaarsnacht in Santa Theresa door te brengen want dit houden we niet langer vol. Het is hier overdag zo’n 35gr en met elk 15 à 20 kilo bagage op onze rug zijn we aan rust toe.

Maar Santa Theresa is net hezelfde, nog veel groter eigelijk, met nog meer feestvarkens….

Overdaad schaadt denken wij en zoeken ergens een idylisch plekje op één van de mooiste stranden ter wereld (dixit lonely planet) om onze tent op te slaan en oudejaarsnacht gezellig met z’n tweetjes door te brengen. Eerst willen we toch wat lekkers gaan eten maar veel keuze is er niet daar we een paar km uit het centrum getrokken zijn.

We zien dan toch iets dat er niet slecht uit ziet en gaan eens binnen kijken. De vriendelijke man nodigt ons meteen uit om zijn specialiteit te proeven, varkenspoten! Niet echt ons ding en al zeker niet op zo’n avond. Maar hij blijft aandringen en we merken echt dat hij ons absoluut wil plezieren en zijn kokstalenten wil tonen.We willen eigelijk weggaan want het is nog maar 19u en er zit geen kat. We vertellen hem dat we wat later zullen terugkomen tot ik buiten  op een bordje lees; ‘’mixed seafood grilled’’.

Ik denk meteen, mmmm, als je ons dat kan klaarmaken dan heb je minstens 2 klanten vanavond. Hij legt meteen uit wat er allemaal in zit en we zijn verkocht.

Man man man, heb ik mij da ni beklaagt! Wa was da zeg, kreeft, vis, calamares, garnalen, schelpen met een heeeeerlijke saus, ik kan mij niet meer herineren zo lekker gegeten te hebben met nieuwjaar, ik zal het nooit meer vergeten.

Rond 22u lagen we allebei in de tent, kompleet knock out en om middernacht even wakker gemaakt door het vuurwerk in de verte, het kon ons geen barst schelen, laat ze maar doen, wij liggen hier zalig!

Après un court voyage en bus nous voilà à Alajuela en direction du volcan.  Nous décidons de nous rendre au volcan en stop, nous avons tout de suite de la chance et on nous prend quelques km plus loin, mais là nous sommes coincés et il nous faut beaucoup de patience pour convaincre enfin Rodolpho, qui a pitié de nous et décide de nous y emmener. Nous partons avec sa camionnette de travail mais pas de chance, après 2 km nous tombons en panne sèche... Il est très ennuyé et arrive quand même à faire demi tour et remonter les pentes en marche arrière, seule façon pour que le diesel puisse continuer à alimenter le moteur...

…. incroyable mais vrai, finalement nous prenons son véhicule privé et il nous emmène jusqu’à notre hébergement à quelques km du volcan. C’est vers 16h que nous arrivons à quelques kilomètres du volcan Poas que nous prévoyons de contempler le lendemain assez tôt car les nuages sont souvent très présents à partir de 10h et il devient donc impossible de distinguer quoique ce soit au-delà de cette heure-là.  Pas trop déçus d’être arrivés car un vent assez fort à une altitude de 2.300m d’où température plutôt basse et très humide.

Réveillés à 6h tellement pressés de contempler ce merveilleux volcan POAS, nous voilà en route pour un bon petit déjeuner avant de prendre la route et d’avoir la chance de tomber sur d’adorables américains qui nous prennent en stop afin d’arriver à l’entrée du parc le plus tôt possible (ouverture du parc dès 8h).

La patience et la chance sont maîtresses de cette activité car il arrive très régulièrement que les nuages soient trop bas que pour admirer toute la splendeur de ce volcan.  Après 1 bonne heure de patience et assez tristes de n’avoir pas eu la chance de voir cette merveille, nous décidons de descendre vers une petite taverne afin de prendre un café.  C’est alors qu’Eddy discuta avec d’autres touristes qui venaient de redescendre et qui lui dirent qu’ils avaient pu entrevoir quelques parties du volcan et que c’était notre dernière chance de voir cette merveille.  Nous reprenons donc la route vers le sommet assez rapidement et très motivés et voilà que la chance nous sourit et nous vous laissons juger de la beauté de cette merveille de la nature.

Na een korte busrit komen we aan in Alajuela, van hieruit gaan we proberen verder te raken via autostop .Het begint alvast goed, we worden meteen enkele km verder gedropt en het ziet er goed uit. Maar… we zitten hier nogal afgezonderd en raken niet meer verder. 2 uur later stopt ene Rodolpho, bouwvakker en hij wil ons absoluut helpen en stelt voor om ons naar de vulkaan te brengen met zijn camionette. Opnieuw pech! Na 2km vallen we zonder diesel… hij  voelt zich heel ongemakkelijk maar kan toch net wederomkeer maken om zijn persoonlijke wagen te gaan halen. Om de motor van diesel te blijven voorzien moet hij zelfs bergop rijden in achteruit… ongelooflijk maar waar! Uiteindelijk brengt hij ons naar een slaapplek op enkele km van de vulkaan.Rond 16u nemen we onze intrek en gaan niet te laat slapen want we willen ‘s ochtends vroeg opstaan om zoveel mogelijk kans te maken om de krater te kunnen zien. Er is blijkbaar meer kans dat de wolken achterwege blijven voor 10u.

Vol vertrouwen maar in een dikke mist vertrekken we om 7 uur richting krater. Het weer is slecht en het is zelfs tamelijk koud, gellukkig stopt een Amerikaans koppel en pikt ons op tot boven.

Helaas zijn er veel wolken en na een uur wachten besluiten we om te vertrekken zonder de krater gezien te hebben en gaan we ontgoocheld aan de ingang van het park een koffie drinken. Ik probeer daarna een laatste keer een paar toeristen die net naar beneden kwamen te vragen of zij wel iets te zien kregen en ja hoor, enkele seconden maar het was  ‘’wonderfull’’, tja we proberen het toch een laatste maal en bingo! We zien hem gedurende een tweetal minuten en inderdaad, het was echt de moeite om nogmaals naar boven te gaan.

6h30… nous sommes à l’aéroport de Dusseldorf afin de prendre notre 1^er vol vers Amsterdam où là, un autre avion nous attendra pour 11h de vol en direction du Panama.  C’est à 16h45 (heure locale – 22h45 heure belge) que nous atterrissons et sommes contraints d’attendre 4h avant que notre prochain vol nous apporte vers notre destination finale à San José (capitale du Costa Rica) …Notre arrivée à la sortie de l’aéroport fut quelque peu mouvementée de par ces nombreux taximen ou encore costaricains en quête de touristes pour remplir leur hôtels qui ne paient pas de mine sont aux aguets … Heureusement, nous avions prévu un lift via notre hôtel car plus aucune force pour négocier J Vingt-quatre heures de voyage et une arrivée à l’hostel Pangea vers 5h30 du matin (heure belge – 22h30 heure locale) … Exténués par la fatigue, Val ne perd pas un instant pour rejoindre les bras de Morphée … Quant à Eddy, il profite encore du peu d’énergie qui lui reste pour profiter d’une bonne bière avant de rejoindre sa dulcinée …

A 7h du matin après quelques heures de sommeil à peine, frais et dispos nous nous préparons pour découvrir la capitale… San José … La capitaleest située au cœur de la Vallée centraleà 1 200m d'altitude moyenne, d'où une température printanière en toute saison (entre 18°C et 25°C). Entourée d'esthétiques montagnes et de volcans, la ville est organisée suivant le schéma des villes nord-américaines où les rues et les avenues sont numérotées et se croisent à angle droit. 

La capitale du Costa Rica (près d’un million d’habitants), laisse une impression chaotique, avec ses édifices hétéroclites, sa circulation automobile anarchique et dense et la saleté et la puanteur qui règnent dans la ville.  San José se visite de préférence à pied, la circulation automobile y est compliquée pour les non initiés ; elle est dense, de nombreuses rues sont en sens unique (difficiles à repérer), des feux tricolores déroutants, les Ticos ne font pas de cadeaux aux conducteurs néophytes, d’où nous décidons d’utiliser le moyen le moins dangereux : la marche à pied.  Toutefois, nous devons rester prudents car les piétons sont loin d’être prioritaires au Costa Rica !

N’étant pas de grands adeptes des grandes villes remplies de monde, nous décidons de reprendre la route le lendemain matin pour Alajuela afin de pouvoir contempler le volcan Poas. 

6u30 We staan klaar om in Düsseldorf het vliegtuig te nemen richting Amsterdam waarna we een 11 uur durende vlucht trotseren naar Panama city, daar 4 uur wachten en uiteindelijk een laatste vlucht van een uur naar San José, de hoofdstad van Costa Rica. Niet bepaald plezant dit vluchtschema maar wel noodzakelijk om er te raken natuurlijk.

Moe maar blij dat we eindelijk aangekomen zijn kunnen we dan van een verdiende nachtrust genieten in hostel Pangea in het centrum van de hoofdstad.

‘s Anderendaags zijn we vroeg uit de veren om de hoofdstad te voet te verkennen, wat overal aanbevolen wordt omdat San José niet echt een stad is waar men in alle rust kan rijden. Auto’s en bussen komen van overal en verkeersregels worden niet al te strikt genomen. Het weer is tamelijk bewolkt maar zacht.

We stappen door een ietwat chaotische en vuile stad maar vinden makkelijk onze weg en de mensen zijn er vriendelijk.

Veel is er niet te zien en we maken van onze resterende tijd gebruik om de volgende dagen te plannen.  Onze volgende trip gaat richting Alujuela, de tweede grootste stad van het land, niet ver van San José en op enkele kilometers van onze eerste toeristische trekpleister, de vulkaan Poas.

Bonjour à tous, plus que trois jours avant le grand départ. C'est ce mercredi 25 décembre 2012 que nous partons vers Dusseldorf pour y prendre l'avion vers San José, la capitale du Costa Rica. De l'Immodium à la lampe de poche ... des pastilles purifiant l'eau au bandana pour nous protéger des insolations ... Tout y passe!  La grande aventure peut commencer et vous pourrez nous suivre par le biais de ce blog. Bonne lecture!

Hallo iedereen, nog drie dagen en we kunnen eindelijk vertrekken. Woensdag 25 December 2012 vertrekken we naar Dusseldorf vanwaar we naar San José, de hoofdstad van Costa Rica vliegen. Van de immodiumpilletjes tot de zonnebril ( !) , ja het is daar zomer en op grote hoogte is de zon veel intenser dus zullen we zeer goed beschermd moeten zijn!  Het grote avontuur kan beginnen en jullie kunnen ons blijven volgen via deze blog. Veel leesplezier!