Dernière étape - La côte du Pacifique central
Turrialba, centre agricole régional, où les planteurs de café locaux apportaient leurs récoltes au marché. Avec l’essor du tourisme dans les années 1990, cette modeste bourgade fut bientôt connue pour donner accès à des descentes de rafting parmi les meilleures de la planète. Dès notre arrivée dans le centre, nous trouvons immédiatement où loger – l’hotel Whittingham – bonne adresse pour les petits budgets. Dès nos bagages déposés, nous partons à la recherche d’une possibilité de réserver notre rafting mais vu l’heure avancée – 13h environ – les locaux nous disent qu’il sera impossible de nous éclater en raft aujourd’hui car il faut compter une journée entière pour tester l’une des meilleures rivières du pays – Rio Paquare – située au cœur de somptueux paysages, en observant la faune des forêts tropicales humides.
Nous nous apprêtons donc afin d’être prêts dès 8h pour passer une journée qui nous en mettra encore plein les yeux! Nous montons à bord d’un raft en compagnie d’un moniteur canadien « à ses débuts » et d’une gentille famille costaricaine mais qui, malheureusement pour nous, n’avait aucune expérience et découvrait ce sport pour la première fois. Durant l’expédition, tout nous semblait super et nous passions réellement un super moment mais, par la suite, Val s’est rendu compte que lorsque les damoiselles débutantes étaient tombées sur elle à plusieurs reprises, elles l’avaient fortement blessée au muscle de la jambe droite, ce qui m’a – durant 5 jours – contrainte à prendre des anti-inflammatoires et à être prudente afin de ne pas me blesser plus fortement …
En route vers Puerto Jimenez, point de départ de notre trekking dans le Corcovado, Eddy est interpelé par un backpacker – Enea - qui lui demande quelle direction nous comptions prendre et, chance pour eux car il était accompagné de Liliane, ils vont également à Puerto Jimenez passer quelques nuits. Nous partageons une bonne partie de notre aventure avec ce charmant couple d’italiens tout en nous dirigeant vers notre prochain logement quand nous prenons tous les 4 la décision de partir explorer ce parc tous ensemble et de passer une nuit « à l’aventure ».
Une soirée tout simplement inoubliable de par sa simplicité et surtout les délicieux « gamberonis » qu’Eddy nous a préparés au barbecue accompagnés d’une délicieuse salade grecque et d’un bon vin chilien. La nuit fut très courte car nous nous sommes levés à 4h du matin et à peine 2 heures de sommeil tellement le temps est passé vite la veille… mais très motivés tous les 4 pour ce trekking d’environ 20 kilomètres.
Nous espérions fortement que la douleur s’en irait rapidement car le trek approchait à grands pas, ce qui signifait une marche d’environ 8 heures qui débutait sur la plage pour se terminer dans la jungle luxuriante du Parc national Corcovado. Avec un peu de préparation et une idée précise de ce qui nous intéressait, nous sommes parvenus sans souci à organiser un chouette trek dans le Corcovado ainsi qu’un camping sauvage sur la magnifique plage en bordure du parc.
Couverte de végétation luxuriante, la Peninsula de Osa a tous les atouts pour plaire aux aventuriers amateurs. Nous n’avons pas eu une chance extraordinaire de rencontrer une grande faune mais la splendeur des paysages restera gravée à jamais dans nos mémoires … En un seul mot : WAOUW !!! Ce trekking était magnifique…
C’est plus tard que prévu que nous prenons difficilement congé de nos nouveaux amis, Liliane et Enea mais nous tenons absolument à parcourir une centaine de kilomètres afin de nous rapprocher de la capitale puisque 3 jours plus tard, nous devons être à l’aéroport. Ces trois derniers jours, nous avons la chance de les passer sur la côte pacifique afin de rejoindre San José car ces plages ne seront que pure merveille… tout en douceur vers le retour à la réalité. Nous dormons à La Palma et déjeunons à Ojochal – petit village envahi de canadiens mais qui, malgré le nombre croissant de voyageurs, garde sa beauté et est une base idéale pour explorer, à proximité, le Parque Nacional Marino Ballena.
Les deux derniers jours, nous passons par les plages Dominicalito, Manuel Antonio, Quepos, Hermosa (où nous avons eu la chance de devenir des cavaliers heureux durant deux belles heures), Jaco, Parrita pour terminer notre périple par une balade à Tarcoles – plage restée intacte et habitée par de pêcheurs locaux.
En résumé, un magnifique voyage qui restera dans nos mémoires de par la beauté de ses plages … de par l’extrême gentillesse de ses habitants et de par la devise de tous les costaricains … PURA VIDA !
Sinds de jaren ’90 is Turrialba, een stadje van circa 50000 inwoners en regionale draaischijf voor de Costaricaanse koffieplantages bekend geworden als vertrekpunt om de rio Paquare af varen. Deze staat in het wereldje van de rafters bekend als één van de mooiste en zwaarste om te trotserengaande van categorie 3 tot 6, het maximum. Wij houden het bij niveau 3 en 4 en zoeken een touroperator om de volgende dag het water af te schuimen.
Om 8 uur staan we klaar om de rivier op te gaan samen met onze Canadese gids, die in Canada reeds enkele jaren deze sport beoefend maar die hier slechts een maand geleden beginnen werken is. Samen met een sympatieke Costaricaanse familie beginnen we aan het avontuur. Al snel blijkt dat onze leuke gids wat lokale ervaring mist, hij loodst ons een paar keer tegen de rotswanden en valt zelf uit de rubberboot…De landschappen zijn prachtig en de tocht een fantastisch avontuur maar wanneer we de moeilijkste passages trotseren worden we flink door elkaar geschud en Val krijgt een paar keer iemand tegen haar dij in volle aktie. Later blijkt dat ze tamelijk fel geblesseerd is en kan moeilijk stappen…ontstekingsremmers worden bovengehaald want de laatste vijf dagen moeten we nog naar het schiereiland van Osa, waar het befaamde Corcovadopark op ons wacht…
Op weg naar Puerto Jimenez, uitvalsbasis voor onze ontdekking van het schiereiland gaan we wat proviant halen en voor de supermarket zit een koppel backpackers te wachten op een bus die misschien wel misschien niet zal komen… Het is rond de middag, heet en automatisch denk ik terug aan onze eerste week, ik zeg hello en de man vraagt of we naar Puerto Jimenez gaan. Ik bevestig en zeg meteen dat we ze kunnen meenemen indien we wat plaats maken in de auto.
Enea en Liliane zijn van Italiaanse afkomst en we sympatiseren snel, we besluiten de volgende twee dagen samen op te trekken en het park te verkennen.
We plannen een trektocht van 20km en gaan’s namiddags met de auto naar Carata, een mooie rit van 2 uur in de jungle, aan de andere kant van het schiereiland,eigenlijk al een avontuur op zich. Hier zullen we onze beide tenten opslaan om’s anderendaags bij het ochtendgloren te kunnen vertrekken. Maar eerst komen we nog een lokale visser tegen die ons een heel aanlokkelijk voorstel doet, hij kan ons verse jumbo-gambas bezorgen tegen een eerlijke prijs. We twijfelen niet en gaan nog wat extra boodschappen doen om ginds niets te kort te komen want ter plaatse is er bijna niets te verkrijgen.
Het wordt een onvergetelijke avond, superverse gamba’s op de bbq, een Griekse salade en een lekkere Chileense wijn… het is zo plezant dat we héél laat gaan slapen en slechts een paar uur kunnen rusten alvorens aan onze tocht te beginnen.
Moe maar vol moed vertrekken we om 6 uur in de ochtend, wanneer de meeste dieren op zoek gaan naar eten en wij de hitte nog het best kunnen verdragen. Opnieuw is de natuurpracht overal aanwezig, al zijn we ietwat teleurgesteld dat we slechts een paar dieren te zien krijgen. Val heeft het niet makkelijk met haar blessure maar kan de hele tocht toch doorgaan.
Dit natuurgebied wordt niet voor niets als één van de mooiste van het land beschouwd… oordeel zelf maar aan de hand van de foto’s…
Later dan gepland verlaten we het schiereiland, afscheid nemen van onze Italiaanse vrienden valt ons zwaar maar we beloven mekaar terug te zien.
We proberen zo veel mogelijk 's avonds vanaf 18u te rijden richting San José wanneer het reeds donker is om zo de laatste drie dagen volop te kunnen genieten van dit prachtige land. De eerste nacht slapen we in La Palma, ontbijten we in Ojochal, een klein dorpje aan de kust waar tal van Canadezen zich gevestigd hebben en die zijn charme bewaard heeft, tevens een ideale plaats om het Parque Nacional Marino Ballena te bezoeken. Zo zullen we gedurende 3 dagen de centrale kust van de stille oceaan afschuimen en staan telkens opnieuw versteld van alle natuurpracht.
We paseren Dominicalito, Manuel Antonio, Quepos, Hermosa, waar we de opportuniteit hebben om een strandwandeling te paard te beleven,Jaco, Parrita en tenslotteTarcoles, waar we onze laatste nacht doorbrengen. 's Morgens profiteren we van ons laatste uurtje om een wandeling te maken langs het ongerepte strand bewoond door lokale vissers.
We trekken gezamelijk de conclusie dat dit land absoluut de moeite is om te bezoeken, door zijn natuurpracht, de vele mooie stranden en het nationale devies van Costa Rica, PURA VIDA!
The End